In 1970 werd de Cleveland V8 geïntroduceerd. Officieel is dit een 335 serie V8 en word ook niet Small Block genoemd. Deze motor had als meest opvallende kenmerken dat de behuizing van de nokkenasketting aangegoten was in plaats van een losse aluminium behuizing zoals bij de Windsor motoren. Ook was de vorm van de kop en de klepdeksels uniek in uiterlijk. De koppen waren uitgerust met een zogenaamde “canted valve” positie van de kleppen. Anders dan bij de Windsor en de FE Big Blocks waren de kleppen niet in lijn geplaatst maar onder een hoek. Het grote voordeel hiervan was dat er grotere kleppen geplaatst kon worden en dat de flow van de koppen aanzienlijk toenam. Standaard “2 barrel” koppen met relatief kleine kleppen was veruit superieur in doorstroming ten opzichte van geporte Windsor koppen. Boss 302 en Boss 351 koppen hebben de grootste poorten en kleppen en hebben dan ook weinig moeite om constant hoge toeren te draaien zonder dat ze afvlakken in vermogen. 

De Cleveland wordt geen big block of small block genoemd. De rede is omdat Ford het nooit in een van beide hoekjes heeft geplaatst. En de dimensie van de motor is ook van beide iets. Met een bore spacing van 4.38 inch is het gelijk aan de Windsor V8. Maar de 10.3 inch deck height is vergelijkbaar met Ford's grootste motor: de 385 Serie big block V8. 

Deze motoren zijn relatief kort gemaakt, vooral omdat er vrij kort na de introductie een oliecrisis heerste die grote, hoog vermogende motoren snel de das omdeed. Ook was er voor de grote auto’s van Lincoln al een Big Block en werd deze motor vrij snel overbodig. Ze zijn gemaakt als 351C, 351M (Modified) en 400M. de M serie was een motor met lagere compressie en kleinere kleppen en poorten om het brandstof verbruik terug te dringen. Behalve de zuigers en koppen zijn ze relatief identiek aan de 351C. In Australie is deze motor langer gebouwd en sommige onderdelen zijn dan ook gewild van deze motoren, bijvoorbeeld de koppen. Australische koppen hadden wel de relatief grote kleppen en kleinere verbrandingskamer en de Amerikaanse 4V koppen, maar niet de enorme inlaatpoorten. Dit maakte deze koppen het beste alternatief voor de Street/Strip enthousiastelingen. Sterk genoeg op de dragstrip maar niet het lage koppel bij stationair toerental voor een stoplicht. Er worden nu een hele keur aan performance Cleveland koppen geproduceerd, dommige met poortafmetingen die aan big block dimensies doen denken. Het mooie is dat deze motor daar verrassend goed op reageert.

Deze motoren hebben een berucht probleem met de smering wat relatief makkelijk verholpen is maar wel een complete demontage noodzakelijk maakt. De laatste 2 Main Bearings kunnen bij hoge toerentallen een tekort aan smeerolie krijgen. Dit is op te lossen door een externe leiding direct vanaf de oliepomp naar deze 2 lagers te leiden. Zodra dit gedaan is heeft deze motor verder weinig problemen.

UA-40769013-1