In 1958 kwam Chrysler met een nieuwe serie Big Block V8’s, welke te onderscheiden zijn in de “B” en “RB” serie. De “B” serie werd het eerst geproduceerd, en anders dan wat wordt aangenomen, staat de B gewoon voor t feit dat hij na de A serie small Block V8 is ontwikkeld. RB staat voor “Raised B” oftewel een B motor met een hogere “deck height”. de 426 Hemi is een verhaal op zich en staat dan ook apart beschreven.

B serie Big Block V8

De B serie kwam zoals gezegd uit in 1958. Alle B serie motoren hebben een slag van 3.375 inch in een motor met een boor afstand van 4.84 inch en een dexk height van 9.980 inch. De eerste motor was een 350 CID versie uit 1958 welke in elke Plymouth auto verkrijgbaar was. Met een boring van 4.0625 inch.

De opvolger was de 361 CID versie met een boring van 4.125 inch. Deze motor was standaard in de Dodge Polara 500 van 1962. Met een 4 barrel carburateur en dubbele uitlaten had deze motor 305 pk.

De 383 uit 1959 is de meest geproduceerde B serie V8 met ruim 3 miljoen exemplaren. Geproduceerd tot 1971 was deze motor met een 4.25 inch boring een groot succes. Deze motor werd in sommige Dodge auto’s voorzien van een “Cross-Ram” inlaat manifold met 2 Thermoquad 4 barrel carburateurs. In 1972 kwam de 400 CID motor uit met een 4.34 inch boring. Het was de opvolger van de 383 maar zoals zoveel motoren die begin jaren ’70 uitkwamen was bij deze motor wederom binnen een mum van tijd de compressie verlaagd en het vermogen ver te zoeken. Deze motoren zijn het minder geschikt voor “rebuilt” projecten dan de 383. Ten eerste is de boring al zo groot dat er weinig ruimte overblijft voor overmaten, ten 2^e nam bij deze motoren de kwaliteit van het gietijzer af en probeerde Chrysler in sommige series om het gewicht te verlagen door rond de krukas de “main webbing” lichter te maken.

RB serie V8

De RB serie motoren hebben allemaal een 3.75 inch slag en een deck height van 10.725 inch, waarbij de boring dus maatgevend is voor de cilinderinhoud. De diameter van de hoofdlagers van de krukas is 2.75 inch ten opzichte van 2.65 inch voor de B serie V8.

Het eerste verwarrende van deze serie motoren zit hem in t volgende feit. Zoals hierboven beschreven is er een B serie 383. Er is dus ook een RB serie 383. Doordat de slag 3.75 inch is heeft deze motor een heel andere boring, andere drijfstangen en andere krukas. Met een boring van 4.030 inch is dit een bijna vierkante motor, deze maakt beduidend minder toeren dan de B383 maar heeft daar tegenover wel meer koppel. Deze motor is geproduceerd van 1958 tot 1960. Er zijn van deze motoren dus ook een heel aantal minder beschibaar dan van de B383.

De opvolger is de 413 CID motor met een boring van 4.1875 en werd geproduceerd tot 1965 voor auto’s en tot 1973 voor trucks. Deze motor werd geleverd met 1x4 barrel of 2x4 barrel carburateurs en had vermogens van 350 tot 390 pk. De speciale “max wedge” versie uit 1962 was een 420 pk versie.

De motor die voor NASCAR gehomologeerd werd was de 426 “wedge” motor. De motor is maar 2 jaar gemaakt, van 1962 tot en met 1964 en werd voor race doeleinden opgevolgd door de 426 Hemi. De 426 had een 4.25 inch boring. Met 11:1 compressie verhouding en een 4 barrel carburateur was had deze motor 373 pk. met 12:1 compressie verhouding werd dit 385 pk. de dual quad versies hadden respectievelijk 413 en 421 pk. de “max wedge” race only versie had high flow koppen met extra grote kleppen. Voor deze koppen was het noodzakelijk om de cilinderboring te “notchen” (een kleine uitsparing voor de kleppen).uitgerust met een “dual quad cross-ram” carburateur/inlaat combi was deze motor gemaakt voor race doeleinden. Het vermogen van 415 of 425 pk, afhankelijk van de compressieverhouding lijkt niet veel meer dan de productie versie, maar met een steviger blok en een inductie systeem voor hoge toerentallen was t karakter van deze motor behoorlijk anders.

De opvolger was de 440 CID motor met een 4.32 inch boring (exact 110 mm). Geproduceerd van 1966 tot 1978 was dit de laatste versie van de RB serie, en van 1967 tot en met 1971 hadden de motoren met een 4 barrel carburateur 375 pk en de 3x2 “six-packs” 390 pk. na 1971 ging de compressie drastisch omlaag en kwam er een mildere nokkenas in te liggen wat het vermogen en de uitstoot verlaagde.

426 Hemi motor

De 426 Hemi motor werd ontwikkeld voor NASCAR. In eerste instantie was het niet Chrysler’s bedoeling om deze motor voor de weg te produceren tot NASCAR dit eiste en tot die tijd niet met deze motor gereden mocht worden. met dezelfde boring en slag als de 426 wedge motor zat het verschil in aanzicht hem voornamelijk in de koppen. De koppen waren simpelweg gigantisch in omvang, waardoor de motor in eerste instantie de bijnaam “elephant” kreeg. Het ontwerp van de koppen liet het toe om veel grotere kleppen te monteren wat resulteerde in betere flow, en de plaatsing van de kleppen maakte ook dat het “cross flow” principe gebruikt werd. De motor is gebaseerd op de RB serie motor maar had ook een aantal unieke eigenschappen. Ten eerste was de motor “cross-bolted” (door de zijkant van de motor werden aan iedere zijde een bout in de lagerkap geschroefd voor extra stevigheid, vergelijkbaar met de Ford FE motor). Het had een ander patroon voor de motorsteun en had door het formaat van de koppen ook een ander boutenpatroon voor de bevestiging van de cilinderkop. Ook waren er andere kanalen voor het teruglopen van de olie die gebruikt werd om de kleppentrein te smeren. Het blok had bij iedere cilinder een inkeping om de stoterstang van de uitlaatklep ruimte te geven. De motoren die in straatvoertuigen waren te vinden zijn van 1965 tot en met 1971 gemaakt en hadden een geadverteerd vermogen van 425 pk met dual quad carburateurs. Er zijn maar 11.000 originele 426 Hemi motoren gemaakt. Voor de Hemi motor geldt, net als voor de Ford 429 Boss, dat er weer volop blokken, koppen en andere benodigdheden worden geproduceerd voor deze motoren. En hoewel deze onderdelen duur zijn in vergelijking met RB wedge motoren, zijn ze aannemelijk goedkoper en makkelijker te vinden dan een origineel exemplaar.