In 1951 lanceerde Chrysler een motor met een bolvormig cilinderkop ontwerp. De natuurkundige naam voor een bol in het Engels is “Sphere”. Omdat de cilinder kop maar de helft van de verbrandingskamer is wordt de kop automatisch een “Hemisphere” oftewel een halve bol. Hieraan is de naam Hemi ontleent. De motor werd voor zowel Chrysler, Dodge en DeSoto geproduceerd, alhoewel er onderling wel verschillen waren.
Chrysler motoren.
De serie begon in 1951 en zoals bij de andere fabrikanten werd de motor binnen een aantal jaren vergroot in zowel boring als slag. De 331 CID motor kwam in 1951 uit en werd voorzien van een 2 barrel carburateur, met uitzondering van de Chrysler 300 uit 1955 welke met 2 Carter 4 barrel carburateurs was uitgerust.
Vanuit de fabriek had deze motor 180 pk, maar het was t potentieel wat deze motor populair maakte bij de Hot-Rodders en racers in de jaren ’50.
In 1956 werd de cilinderinhoud vergroot naar 354 CID middels een boring van 2.9375 inch of exact 100 mm. Deze motoren hadden dan ook meteen in de buurt van de 300 pk, met opties tot 355 pk. dat maakte deze motor tot de eerste Amerikaanse V8 met 1pk per “Cubieke Inch”.
In 1957 werd de cilinderinhoud opnieuw opgevoerd, naar 392 CID. En dit is meteen de bekendste motor uit de eerste generatie. Door een langere slag moest het “deck” verhoogt worden (“deck height” is de afstand van de krukas-hartlijn tot de bovenkant van de cilinder boring). De boring werd vergroot naar 4 inch. Deze motor was populair bij drag racers vanwege het vermogen wat potentieel aanwezig was. Er werd dan ook tot in de jaren ’70 mee geracet. Doordat de motor zo populair was bij racers zijn er jammer genoeg niet zoveel meer van in omloop. Er zijn nog wel enkele onderdelen voor beschikbaar en zelfs nog NOS (“new, old stock” ofwel nieuwe onderdelen uit die periode die nooit verkocht zijn).
Dodge motoren
Dodge gebruikte de “Fire-power” motoren van 1953 tot en met 1958. Waar de Chrysler serie een afstand tussen de boringen (Bore Spacing) had van 4.5625 inch, en daarmee de grootste afstand had, maakte Dodge gebruik van een 4.1875 inch afstand. Beduidend kleiner dus, wat ook in kleinere boringen resulteerde. De eerste motor kwam uit met een cilinder inhoud van 241 CID. Het vermogen van deze motor lag rond de 140 pk.
Voor 1955 en 1956 werd voor de duurdere auto’s van Dodge de 270 CID geïntroduceerd. Met een vergrote boring en dezelfde slag kwam de motor in werkelijkheid uit op 268 CID.
In 1956 vergrote Dodge de motor door een “tall deck” blok te gebruiken met een langere slag. De standaard motor werd voorzien van “Poly” koppen, een combinatie van een “Wedge” en “Hemi” ontwerp. Maar de high performance “D 500” optie had wel “Hemi” koppen en er was zelfs een “race only” versie genaamd D 500-1 of “DASH ONE” met een 4 barrel carburateur en grotere kleppen nam het vermogen aanzienlijk toe. De D 500-1 versie was uitgerust met “dual quad” carburateurs. Deze motoren waren in tegenstelling tot zijn voorgangers onder-vierkant.
In 1957 werd de 325 CID motor uitgebracht. De boring werd vergroot naar 3.6875 inch, maar daarmee was deze motor nog steeds onder-vierkant. De high performance variant van deze motor heette KD 500 en de “race only” KD 500-1, de laatste weer voorzien van “dual quads”.
DeSoto motoren
DeSoto maakte luxe, grote en statige auto’s en had ook een eigen versie van de “Fire-Power” motoren. Ook deze was verschillend van “bore spacing” namelijk 4.3125 inch, daarmee zit deze motor in boring afstand tussen de Dodge en Chrysler motoren.
DeSoto bracht in 1952 de 276 CID motor op de markt met een vermogen van 160 pk. in 1955 werd de motor opgevolgd door de 291. De nieuwe motor had een grotere boring gekregen. De motor werd maar 1 jaar geproduceerd.
In 1956 kwam de 330 CID uit. De boring was gelijk aan de 291, 3.72 inch. Maar door een “raised deck” blok en een slag van 3.8 inch werd deze motor ook onder-vierkant. Hetzelfde jaar werd de boring vergroot naar 3.78 inch, waarmee de motor bijna vierkant werd. Het vermogen nam wel flink toe: tot 343 pk met dual quad carburateurs. Dit was dus de 2e motor met 1pk/CID. En de 2e motor uit de Chrysler familie.
In 1957 werd de motor “vierkant” gemaakt door een boring en slag van 3.8 inch. Met een cilinder inhoud van 345 CID en een vermogen van 345 pk, in combinatie met de 2x4 barrel carburateurs was deze motor ook 1pk/CID.
Door de verschillen in “bore spacing” zijn er maar weinig onderdelen die tussen deze 3 motoren uit te wisselen zijn. De Chrysler versie is veruit het populairst geweest bij de drag racers en hot-rodders in de jaren ’50 en ’60. Hier zijn dan ook de meeste onderdelen voor geproduceerd en ook nog verkrijgbaar, hoewel het aantal motoren wat die periode heeft overleefd wel kleiner is geworden. De DeSoto en Dodge motoren zijn minder in trek geweest en daar zijn dan ook minder onderdelen voor geproduceerd en overgebleven. Ook zijn nu voor de laatste 2 het aanbod onderdelen beduidend minder dan voor de Chrysler motor.
De hele serie is meer van nostalgische waarde dan voor performance waarde. Uit een simpele Magnum “wedge” motor is makkelijker en betrouwbaarder een motor met hoog vermogen te bouwen dan van deze eerste generatie Hemi motoren.