Buick begon in 1953 met het produceren van de eerste V8. De Nailhead V8. Met 264 en 322 CID was dit een kleine motor, en de opvolger van de “Straight Eight”. Gemaakt tot 1956, wat betekent dat er vrij weinig van zijn gefabriceerd en dat onderdelen en aftermarket producten bijna niet meer aanwezig zijn.
Een 2e generatie Nailhead V8 werd in 1957 geïntroduceerd. Met 364, 400, 401 en 425 CID was deze motor aannemelijk groter in formaat. De 425 was enige tijd de standaard motor voor de Riviera en Electra auto’s. ook van deze motoren zijn niet zo veel onderdelen beschikbaar, al zijn er wel aanzienlijk meer auto’s mee uitgerust waardoor er op swap meets nog wel onderdelen te vinden zijn.
Buick introduceerde in 1961 een volledig nieuw type Small Block V8. In eerste instantie een volledig aluminium motor, in 1964 een gietijzeren blok met aluminium koppen en later volledig van gietijzer. Rover heeft nog jarenlang een aluminium V8 versie gemaakt van de eerste Buick 215 CID small Block V8. De opvolger in 1964 was de 300 CID V8. Met een 3.75 inch boring en 3.4 inch slag was deze motor relatief laag getoerd maar had wel een hoog koppel bij lage toerentallen. Met aluminium cilinderkoppen en inlaat was het een hele lichte motor, onder de 200 kg zelfs. Met een 4 barrel carburateur was deze motor met 250 pk bijzonder sterk voor de tijd. In 1965 kreeg de motor gietijzeren koppen en werd hij daardoor iets zwaarder, rond de 210 kg, wat nog steeds een lichtgewicht V8 is. De 4 barrel versie werd na 1965 gestopt en de motor vervangen door de 340 CID.
De 340 CID motor was alleen geproduceerd in ’66 en ’67. Met een 3.75 inch boring en 3.85 inch slag was deze motor onder-vierkant, een kleinere boring dan slag. Hij produceerde met een 4 barrel carburateur 260 pk. in 1968 kwam de 350 CID uit. Buick hoopte zo mee te kunnen liften met het succes van Chevrolets 350 CID motor. Behalve de cilinder inhoud is er bijna niets hetzelfde aan deze 2 motoren. Zowel in uiterlijk als intern waren deze motoren heel erg verschillend. De Buick motor had een “deep skirt” ontwerp en was net als de 340 onder-vierkant. De bougies stonden bijna rechtop in de cilinders in tegenstelling tot Chevy’s 350 die bijna horizontaal in de verbrandingskamer zaten.
Buick’s Big Blocks waren 400, 430 of 455 CID. De 400 was voornamelijk voor de mid size sedans en de 430 en 455 voor full size sedans en muscle cars. De 400 en 430 CID motoren werden van 1967 tot 1969 gemaakt. In 1970 kwam de 455 uit en deze maakte als een van de eerste motoren bij GM gebruik van “thin wall casting” wat resulteerde in een lichte motr, zo’n 65 kg lichter dan Chevrolet’s 454 bijvoorbeeld. In 1970 was het vermogen rond de 350 pk. tegen het einde van de productie in 1976 was er nog maar amper 250 pk over. Er zijn voor deze motoren wederom weinig reserve onderdelen voor handen. De geproduceerde aantallen waren niet groot waardoor deze motoren langzaam aan relatief zeldzaam beginnen te worden.